Share

Een groep van 9 vrouwenvoetbalteams is niet te spreken over de huidige gang van zaken bij de Koninklijke Belgische Voetbalbond en Voetbal Vlaanderen, zo lieten ze op maandag 21 januari 2019 weten via een perbericht. Het vrouwenvoetbal wordt volgens hen nog steeds stiefmoederlijk behandeld. Binnen het beleid staan de inspanningen, middelen en ambities totaal niet in verhouding tot de stijgende populariteit van het vrouwenvoetbal en dat zet een sterke rem op de groei en professionalisering van de vrouwenvoetbalsport. Deze groep maakte ook 10 voorstellen kenbaar. U kan ze hieronder allemaal lezen.

De groep van 9 clubs stelt vast dat er voor het derde jaar op rij geen overleg is van de beleidsinstanties met de clubs over de toekomst van het vrouwenvoetbal. Er blijken bovendien geen concrete plannen te zijn bij de KBVB om het format van de competitie aantrekkelijker te maken.

De groep stelt vast dat bij gebrek aan initiatief van de KBVB, Voetbal Vlaanderen wel initiatieven nam, neemt en zal nemen, met subsidies van de Vlaamse Overheid. Echter, deze maatregelen hebben geen draagvlak bij de betrokken clubs. De groep stelt vast dat alle financiële middelen die voor het vrouwenvoetbal beschikbaar zijn, vandaag enkel en alleen gebruikt worden voor het Nationaal Elftal in een (verdienstelijke) poging om dit team hoger op de ranking te krijgen. Dit is echter niet het kloppend hart van onze sport. De kern ligt bij de clubs, waar de groei van het aantal leden de toekomst van het vrouwenvoetbal verzekert. Het is dan ook bizar dat onze clubs amper vertegenwoordigd zijn in de structuren van de KBVB, Voetbal Vlaanderen en ACFF. Het is nochtans daar dat het vrouwenvoetbal kan verdedigd worden en er richting aan gegeven kan worden. De groep stelt tot slot vast dat er voor het toekennen van het statuut Topsporter Voetbal, nog altijd een vergaande discriminatie bestaat tussen mannen en vrouwen.

De voorstellen van de 9 clubs zijn de volgende:

1) De competitie op het hoogste niveau moet snel uitgroeien tot een competitie met 8 of 10 ploegen. Deze ploegen moeten ingebed worden in bestaande, financieel gezonde, mannenclubs. Alle mogelijkheden voor cross-border competities of internationale competities moeten worden onderzocht, aangekaart of gesteund zowel binnen als door de KBVB of de UEFA.

2) Om de snelgroeiende achterstand met de top en nu ook de subtop van het Europees Vrouwenvoetbal niet verder te laten groeien, moet structurele steun gegeven worden aan de Belgische clubs die willen investeren in het
vrouwenvoetbal. Deze middelen kunnen, zolang het vrouwenvoetbal amateurvoetbal is, het best gevonden worden door een heroriëntering van de subsidies van de regionale overheden. Vanaf het moment dat er profclubs zouden ontstaan, moet ook de Pro League haar verantwoordelijkheid uitbreiden.

3) De communicatie en de marketing rond deze nieuwe competitie is erg belangrijk en vraagt tijdelijk eveneens financiële middelen. Daarnaast moet er door de nationale voetbalstructuren, samen met de clubs, verder gewerkt worden aan een nationale ploeg die competitief wordt en aantrekkelijk blijft.

4) Het project Yellow Flames van Voetbal Vlaanderen kan en mag niet uitgroeien tot een ploeg in de Superleague, noch tot een voorgeborchte van de Red Flames.

5) Voetbal Vlaanderen moet zich richten op haar core business, die fundamenteel ondersteunend is. Een elftal in competitie brengen hoort daar niet bij. We omarmen het idee “om de meisjes dezelfde kansen te geven om zich te ontplooien als jongens in een eliteclub”, maar dan ook zoals bij de jongens: die zijn bij hun club aangesloten en worden verspreid over meerdere topsportscholen.

6) Het deelnemen door de Yellow Flames aan de Superleague is geen structurele oplossing voor het format en het belemmert sterk de intrede van nieuwe clubs op het topniveau. Het noodzaakt een verlaging van de minimumleeftijd, waar
we eerder een verhoging nodig hebben in combinatie met een U18-competitie.

7) Het in verhouding overdreven gebruik van overheidsmiddelen door de Yellow Flames in concurrentie met de leden-clubs, waarbij spin-off topsporters nadien makkelijk door de buitenlandse clubs kunnen worden weggeplukt. Er is
immers geen enkele clubbinding meer, en dat is heel jammer.

8) De schaarste aan middelen noopt het vrouwenvoetbal tot een uiterst efficiënt gebruik. Wij pleiten voor extra middelen waar de clubs zelf over kunnen beschikken. Tegelijk moet de KBVB zich onder meer focussen op een sterke
nationale ploeg en regionale instanties, met slechts één doel voor ogen: het beter maken van de clubs om zo sneller de doelstelling te realiseren: “Zorgen voor een aanbod van A tot Z, voor zowel de recreant, als voor de sporter van
hoog niveau.”

9) Binnen alle geledingen van het voetbal moet er een specifieke structuur voor het vrouwenvoetbal bestaan. Vertegenwoordigers van het vrouwenvoetbal moeten opgenomen worden in alle advies- en beslissingsorganen.

10) De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen voor het verkrijgen van een Topsportstatuut moet sterk worden verminderd of volledig worden weggenomen. Zo kan het niet dat er een ander niveau tussen mannen en
vrouwen geldt om voor het statuut in aanmerking te komen.

Dit zijn de 9 vrouwenvoetbalclubs die de lijst ondertekenden in alfabetische volgorde:
– SC Eendracht Aalst;
– RSC Anderlecht;
– KRC Genk Ladies;
– KAA Gent Ladies;
– KSK Heist;
– OH Leuven;
– Standard de Liège;
– SV Zulte-Waregem;
– FC Femina WS Woluwe.

Vrouwelijk Club Brugge was naar verluidt ook van plan dit document te ondertekenen maar aangezien hun voorzitter Bart Verhaeghe, ook vice-voorzitter is van de KBVB, gebeurde dat uiteindelijk niet.

Volgens Het Laatste Nieuws van dinsdag 22 januari 2019 reageerde de KBVB in eerste instantie afwachtend en het verwees naar het overleg met de clubs van februari 2019 … De vraag is uiteraard of dat overleg, als je dat zo kan noemen (?), er ook effectief zal komen.

Voor interviews met speelsters uit het Belgische en internationale voetbal:
Vrouwenteam TV

Share